Wat is sluitertijd?

De sluitertijd heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: ''Bewogen of bevroren''. Hoe kies je de juiste sluitertijd?

De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. De fotografen onder ons noemen de sluitertijd ook wel belichtingstijd. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of ‘bevroren’. Hoe kies je de juiste sluitertijd?

Hoe stel je de sluitertijd in?

Nu je weet wat sluitertijd is, is het tijd voor de volgende stap. Want hoe stel je dit in op je camera? Bovenop de camera heb je een draaiknop waar je diverse letters/symbolen ziet staan. Meestal staat deze op de automatische stand. De modus waarin je zelf de sluitertijd kan instellen is de M-stand. Heb je deze niet dan kan het ook met de Bulb-stand, Tv- of S-stand.

Als je net begint met fotografie, dan is het handig om eerst met de sluitertijdvoorkeuze aan de slag te gaan. Jij bent dan de baas over de sluitertijd, terwijl de camera de andere instellingen automatisch aanvult.

Een korte of lange sluitertijd?

Sluitertijd wordt weergegeven in honderden van een seconde. Je kunt het vergelijken met breuken tijdens rekenen. De sluitertijden die langer is dan 1/100e van een seconde, zoals 1/60e of 1/15e. Deze vallen onder de lange sluitertijden. Alle sluitertijden boven 1/100e van een seconde, zoals 1/500e of 1/2000e, worden korte sluitertijden genoemd. De korte sluitertijden worden ook wel snelle sluitertijden genoemd.

Welk effect wil je bereiken?

Een goede instelling van de sluitertijd geeft je de mogelijkheid om snel bewegende objecten scherp op beeld te zetten. Een snelle sluitertijd zorgt er namelijk voor dat je de beweging bevriest. Wanneer je de beelden bevriest, leg je de beelden stil en verdwijnt de beweging uit de foto. Maak je juist gebruik van een lange sluitertijd (het getal in de breuk wordt kleiner) dan zal er bewegingsonscherpte optreden, water wordt bijvoorbeeld een soort ‘gordijn’. Dit kan zowel bij de voorgrond of achtergrond gebeuren. (zie voorbeelden)

Een lange sluitertijd

Een korte sluitertijd

Diafragma vs sluitertijd

Het zijn twee begrippen die veel met elkaar gemeen hebben. De sluitertijd en het diafragma vormen samen met de ISO de belichtingsdriehoek. Maar wat het verschil is tussen de twee fotografietermen, dat zie je in de onderstaande tabel.

SluitertijdDiafragma
Bepaalt de tijd dat er licht op de sensor komtBepaalt de lichtinval op de sensor
Creëert bewegingsonscherpte

Wat en waar fotografeer je?

Als je gaat fotograferen in een omgeving waar je slecht of weinig licht hebt, moet je snel aan de slag met de sluitertijd om het aanwezige licht op te kunnen vangen. Om dit op te vangen ga je de sluitertijd aanpassen op het aanwezige licht. Let hierbij wel op de belichtingsdriehoek (het diafragma, ISO en de sluitertijd), want één zijde aanpassen betekent alle zijdes aanpassen om balans te houden in de foto’s.

Naast de plek waar je aan het fotograferen bent, speelt het onderwerp ook een grote rol. Er zit namelijk een groot verschil in je sluitertijd wanneer je sporters of raceauto’s fotografeert, of aan de slag gaat met portretten. Houdt dit daarom altijd in je achterhoofd bij het kiezen van je sluitertijd. Wanneer je de bewegingen van de sporter op de foto wilt bevriezen, dan kies je voor een snelle sluitertijd. Wil je juist meer van de beweging laten zien in je foto, dan kies je eerder voor een langere sluitertijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *